Frequently Asked Questions

Sinds 7 juni 2022 is de zogenaamde transparantieverplichting van artikel 25ca Auteurswet in werking getreden.

Het is de plicht van de contractspartij van auteurs en uitvoerende kunstenaars („makers“) om jaarlijks informatie te verstrekken over de exploitatie van de aan hen verleende rechten, waaronder:
a) de wijze waarop het werk wordt geëxploiteerd
b) welke inkomsten daarmee zijn gegenereerd,
c) welke vergoeding daarmee aan de maker verschuldigd is

De verstrekte informatie moet “actueel, relevant en volledig” zijn.

Deze verplichting voor contractspartijen van makers, waaronder producenten van audiovisuele producties en omroepen, vloeit voort uit de Digital Single Market Directive, een Europese richtlijn uit 2019.

Het gaat om artikel 19 dat tot stand is gekomen vanuit de achterliggende gedachte dat makers vaak onvoldoende zicht hebben of de vergoeding die de zij ontvangen in verhouding staat tot de waarde die met de exploitatie van hun werken wordt gegenereerd. Middels een transparantie verplichting tracht de Europese wetgever te bewerkstelligen dat een betere beoordeling van de waarde van de creatieve prestatie mogelijk wordt.

De transparantieverplichting is een actieve verplichting en geldt voor de contractspartij van de maker die de exploitatie overeenkomst is aangegaan om het werk te exploiteren. Dit kan een film of tv producent zijn, maar ook een omroep of streamingsdienst.

In het geval de contractspartij ten behoeve van de exploitatie een licentie aan een derde heeft verleend en de contractspartij niet over alle relevante informatie beschikt, mogen zowel de maker als de contractspartij een verzoek indienen bij de derde licentienemer om de ontbrekende informatie te verstrekken(25ca lid 2 Auteurswet).

De maker heeft ook recht om van de contractspartij (of zijn rechtsopvolger) informatie over de identiteit van de derde licentienemer te ontvangen.
Het recht geldt voor de maker die middels een exploitatie contract het auteursrecht heeft overgedragen of in licentie geven aan een andere partij.

In de audiovisuele industrie zijn dit meestal de schrijvers van het onderliggende boek, scenarioschrijvers, de regisseur en hoofdacteurs. Ook cameramensen, editors, sound- en setdesigners kunnen een informatierecht hebben. Per werk zal de doorslaggevende factor zijn of het individu heeft bijgedragen aan de creatieve essentie van het werk. En niet alleen aan het uitvoeren van de gevraagde opdracht met juiste competentie onder leiding en toezicht van de regisseur en voornaamste performers.

Een uitzondering: de informatieplicht geldt niet als “het aandeel van de maker bij de totstandkoming van het gehele werk niet significant is” (artikel 25ca lid 3 Auteurswet). Dit geldt voor figuranten bijvoorbeeld.

Maar let op: een niet-significante maker heeft wel recht op informatie indien deze maker een beroep will doen op het recht op een aanvullende vergoeding (‘bestsellersrecht’ van artikel 25d Auteurswet)
De contractspartij moet jaarlijks actuele, relevante en volledige informatie verstrekken over a) de wijzen van exploitatie, b) de met het werk gegenereerde inkomsten, en c) de aan de maker verschuldigde vergoeding.

Het is een ruime verplichting. De plicht strekt zich niet alleen uit over nieuwe contracten, maar ook over contracten die al waren gesloten op het moment dat de wet in werking treedt, zolang als de exploitatie voortduurt.

Alle exploitatiewijzen vallen onder de verplichting, dus ook bijvoorbeeld merchandise, ongeacht waar ter wereld de exploitatie plaatsvindt.

De contractspartij is verplicht om in dat exploitatieoverzicht ook op te nemen wat eventuele sub-licentiehouders en eventuele andere ‘derde’ partijen nog verder in de exploitatieketen hebben verdiend (art 25ca lid 2 Auteurswet).

Als de contractspartij die informatie niet heeft, kunnen zowel de contractspartij als de maker de informatie rechtstreeks bij elke sub-licentiehouder opvragen, ook als de maker geen directe contractuele verhouding heeft met deze partij. Indien gevraagd zal de contractspartij naam en adres gegevens van de sub-licentiehouder moeten verschaffen aan de maker.

Indien de administratieve lasten van het verstrekken van de informatie gelet op de exploitatie-inkomsten van het werk aantoonbaar onevenredig zouden zijn, dan kan de informatieplicht beperkt blijven tot “onder de omstandigheden”, “redelijkerwijs” te verwachten informatie (artikel 25ca lid 4 Auteurswet).

Het moet dan wel om een aantoonbaar onevenredig zware last gaan; De producent moet dit indien nodig kunnen onderbouwen.
Alle exploitatiewijzen vallen onder de verplichting, dus ook bijvoorbeeld merchandise, en niet alleen in het thuisland, het gaat om de informatie betreffende de wereldwijde exploitatie.
Als de contractspartij van de maker de informatie niet heeft, dan kunnen zowel de contractspartij zelf, maar ook de maker de informatie rechtstreeks bij elke sub-licentiehouder opvragen. De maker hoeft hierbij dus zelf geen directe contractuele verhouding te hebben met de sub licentiehouder.
De verplichting geldt per 7 juni 2022 voor alle op dat moment bestaande overeenkomsten.

De informatie moet tenminste eenmaal per jaar worden verstrekt en stopt als er geen sprake meer is van exploitatie. In theorie betekent dit dat de verplichting standhoudt voor de gehele duur van het auteursrecht, dus tot 70 jaar na de dood van de relevante maker(s).

Echter, als de met de exploitatie gegenereerde inkomsten niet in verhouding staan tot de administratieve last van het informeren, kan de plicht disproportioneel zijn en geldt een beperkte informatie verplichting. Namelijk tot “onder de omstandigheden”, “redelijkerwijs” te verwachten informatie (artikel 25ca lid 4 Auteurswet).
De wet geeft niet specifiek aan wanneer de verplichting start, maar wel dat het tenminste eenmaal per jaar moet gebeuren.
De verplichting geldt per 7 juni 2022 onmiddellijk en voor alle op dat moment bestaande overeenkomsten waar nog exploitatie inkomsten op worden ontvangen. Tot welk jaar er precies wordt teruggegaan, moet in de komende tijd nog duidelijk worden.
Omdat elke situatie anders is, leveren wij maatwerk. Voor een passende offerte kun u contact met ons opnemen via onze contactpagina.
Cleriti is een service provider die het producenten makkelijk maakt om aan de transparantie verplichting te voldoen. Met onze slimme tool kunnen producenten op een makkelijke manier tijdig de rapportages versturen naar de makers. Hoewel wij veel relevante juridische kennis in huis hebben, geven wij geen juridisch advies. Wel kunnen we helpen bij een analyse van de av producties. In geval van twijfel raden wij aan om advies in te winnen van de eigen juridisch adviseur.
Makers hebben een wettelijk recht op de informatie. Als de contractspartij deze niet verstrekt, kan een maker een verzoek indienen om de informatie alsnog te ontvangen. Als de contractspartij niet aan het verzoek voldoet, en een maker een jurist inschakelt om de gevraagde informatie te ontvangen, is het zeer aannemelijk dat de uitkomst is dat de contractspartij de gemaakte kosten van de maker moet vergoeden.